Basisverzekering - overzicht belangrijke begrippen

ingevoerd op 16-11-2005

Overzicht met belangrijkste begrippen

Een nieuw stelsel ook zorgt voor nieuwe woorden. Een beknopt overzicht met de belangrijkste begrippen.

Aanvullend pakket: Wie zich voor meer medische kosten wil indekken dan het basispakket doet, kan zich aanvullend verzekeren voor bijvoorbeeld tandarts en fysiotherapie. De meeste verzekeraars bieden hiervoor pakketten aan waarin verschillende vormen van zorg zijn ondergebracht. Hoe uitgebreider het pakket, hoe duurder de aanvullende verzekering.

Acceptatieplicht: Zorgverzekeraars zijn wettelijk verplicht iedereen te accepteren die zich aanmeldt voor de basisverzekering. Ze mogen dus geen zieke mensen weigeren omdat ze vrezen dat die veel dure zorg gebruiken. De acceptatieplicht geldt niet voor de aanvullende verzekering. Wel hebben de meeste verzekeraars gezegd ook voor de aanvullende pakketten geen risicoselectie toe te passen.

Basispakket: Iedereen ouder dan 18 jaar is verplicht een basispakket af te sluiten bij een zorgverzekeraar. Dat pakket dekt de meest noodzakelijke medische kosten, zoals huisartsbezoek, opname in een ziekenhuis, medicijngebruik en kort durende geestelijke gezondheidszorg. De inhoud van het pakket is te vergelijken met het huidige basispakket van het ziekenfonds.

Eigen risico: Zorgverzekeraars mogen hun verzekerden een eigen risico aanbieden van 100, 200, 300, 400 of 500 euro. Door een hoger eigen risico te nemen, wordt de premie voor het basispakket lager.
Maar wie ziek wordt, moet dus wel dat bedrag in een keer kunnen ophoesten. Verzekeraars mogen klanten niet verplichten om een eigen risico te nemen.

Inkomensafhankelijke bijdrage: Iedereen is een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 6,5 procent over maximaal 30.000 euro. Voor mensen in loondienst betaalt de werkgever deze premie. Voor mensen met een uitkering betaalt de uitkeringsinstantie (bijvoorbeeld UWV) het bedrag. Over ander inkomen, zoals pensioen of prepensioen, is de bijdrage 4,4 procent. Ook zelfstandigen moeten 4,4 procent inkomensafhankelijke bijdrage betalen.

Naturapolis: Verzekerden kunnen bij de zorgverzekeraars kiezen uit een naturapolis en een restitutiepolis. De naturapolis is te vergelijken met het huidige ziekenfonds. Hierbij koopt de zorgverzekeraar behandelingen in bij zorginstellingen zoals ziekenhuizen en fysiotherapeuten. Patiënten laten zich behandelen in deze gecontracteerde instellingen. De verzekeraar regelt alles. De verzekerden krijgen geen rekeningen thuis en hoeven niets bij te betalen. Laat een patiënt zich toch behandelen in een instelling waarmee de verzekeraar geen contract heeft, dan moet hij mogelijk (een deel van) de kosten zelf betalen.

No-claim: De gemiddeld 1100 euro premie voor het basispakket is inclusief een no-claim van 255 euro. Wie geen zorg gebruikt, krijgt aan het einde van het jaar dat volledige bedrag terug van de zorgverzekeraar. Wie voor minder dan 255 euro kosten maakt, krijgt het verschil terug.

Nominale premie: De nominale premie is het bedrag dat de verzekerde zelf kwijt is aan de basisverzekering. Gemiddeld is dat 1100 euro per jaar.

Restitutiepolis: Verzekerden kunnen bij zorgverzekeraars kiezen uit een naturapolis en een restitutiepolis. De restitutiepolis is te vergelijken met de werking van de huidige particuliere verzekeringen. Hierbij kan de patiënt altijd zelf kiezen in welk ziekenhuis hij zich laat behandelen. In principe moet de verzekerde de rekening van de zorgaanbieder voorschieten en deze daarna declareren bij de verzekeraar.

Sluitingsdatum: de datum waarop iedereen ouder dan 18 jaar verplicht is om een (nieuwe) zorgverzekering te hebben. Die is uiterlijk 1 mei 2006.

Zorgtoeslag: Een tegemoetkoming van de belastingdienst om de premie voor mensen met de laagste inkomens betaalbaar te houden. Alleenstaanden hebben recht op zorgtoeslag als ze maximaal 25.000 euro verdienen. Voor echtparen en samenwoners is de grens 40.000 euro.

Bron: NHD