De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op vragen van het Tweede-Kamerlid Dezentjé Hamming over de moeizame uitvoering van de bijleenregeling. Hij geeft toe dat de vragen over de bijleenregeling in de belastingaangifte behoren tot de categorie ingewikkeld maar hij stelt daar tegenover dat de Belastingdienst er alles aan doet om de belastingplichtigen voor te lichten. Zo wordt er onder meer een rekenmodule in het aangifteprogramma en op internet aangeboden om de belastingplichtigen zo probleemloos mogelijk door de bijleenregeling heen te leiden.
Hij vindt verder dat er geen sprake is van tegenstrijdige beleidsregels die zouden hebben bijgedragen aan onduidelijkheid over de bijleenregeling. Verder stelt hij dat het in de praktijk belangrijk is om een juist onderscheid te maken tussen financieringskosten en verwervingskosten. Financieringskosten zijn namelijk - in tegenstelling tot zuivere verwervingskosten - niet direct maar slechts indirect verbonden aan de verwerving van een eigen woning. Financieringkosten worden immers gemaakt ter verkrijging van de hypotheek waarmee de aanschaf van een eigen woning wordt gefinancierd en niet ter verkrijging van de woning zelf. Op grond van de systematiek van de Wet IB 2001 zijn financieringskosten (evenals rente) als zodanig dan ook aftrekbaar en verwervingskosten niet. Aan dit onderscheid is met de invoering van de bijleenregeling geen verandering gekomen zodat het niet voor de hand ligt dat dit onderscheid plots als gecompliceerd wordt ervaren. Het is echter wel zo dat rente die betrekking heeft op een lening voor financieringskosten onder de bijleenregeling niet meer tot aftrek leidt. Deze keuze is bij de invoering van de bijleenregeling gemaakt.
Bron: Staatssecretaris van Financiën, 17 april 2007, nr. DB2007-0144