De Volvo 850 heeft mede daardoor door de jaren heen een flinke schare fans opgebouwd. En vandaag is het precies twintig jaar geleden dat de Zweden de 850 GLT onthulden, een auto die het merk voor altijd zou veranderen.
Hoewel de wat vreemde Volvo 480 – je weet wel, dat geinige hatchbackje met die klapkoplampen – in 1985 de allereerste voorwielaangedreven Volvo was, vormde de 850 in 1991 pas echt de grote doorbraak van die technologie bij het Zweedse merk.
Beide auto’s komen namelijk voort uit het zogeheten Galaxy-project, dat qua concept heel anders was dan dat van de eerdere, achterwielaangdreven modellen van Volvo.
Afdeling
Zoals bekend werkte de Nederlandse afdeling van het merk in Limburg aan de 480 en later ook de 440 en 460, maar tegelijkertijd sleutelde het hoofdkantoor in het Zweedse Göteborg aan wat uiteindelijk de 850-serie zou worden. Een grote familieauto, die met maar liefst vier wereldprimeurs een ware revolutie betekende voor Volvo.
Maar wat maakte de 850 dan zo bijzonder? Wel; om te beginnen deelde de nieuwe auto, afgezien van de familienaam, helemaal niets met zijn voorgangers zoals de 740. Op vrijwel alle gebieden hield de auto een totaal andere koers aan. Op motorisch vlak bleek dat uit een volledig nieuwe reeks aan modulair opgebouwde aluminium motorblokken.
Zescilinder-in-lijn
Een zescilinder-in-lijn uit deze familie verscheen in 1990 al in de 960, maar de vijfcilinder met 170 pk uit de 850 was veruit de meest opzienbarende motor van deze generatie. Voor die tijd was het namelijk een behoorlijk moderne en vooruitstrevende constructie, zeker omdat het blok dwars in een afzonderlijk subframe in de auto hing.
Nog kenmerkender was de voorwielaandrijving. Volvo had vóór die tijd zoals gezegd weinig affiniteit met dat concept, maar voorzag de 850 van een opmerkelijke constructie; de bijzonder kleine versnellingsbak werd náást de motor geplaatst. Een wereldwijde primeur.
SIPS
Een andere primeur op de 850 was de Delta Link constructie van de achterwielophanging. Dat behelsde een nieuw type multilink-ophanging die de voordelen van een onafhankelijke wielophanging (strak maar comfortabel en soepel veergedrag) combineerde met die van een starre as (stabiliteit en goede sporing).
Verder vormde veiligheid een speerpunt bij de 850, mede door de komst van het geïntegreerde SIPS (side impact protection system) en ARH, het mechanisme dat de hoogte van de veiligheidsgordels automatisch aanpast op het formaat van de inzittenden.
Verzette bakens
De 850 verzette bakens. Vergeleken met zijn behoorlijk emotieloze voorgangers speelde de nieuwe sedan stukken meer in op emotie. Neem bijvoorbeeld het rijgedrag dat strakker en levendiger was dan voorheen, voor een Volvo stuurde de 850 zowaar lichtvoetig.
En natuurlijk klonk de emotie volop door in de genoemde uitlaatsound die Volvo bewust zo donker en sportief heeft getuned. Achter het stuur werd dat sportievere imago benadrukt door een dashboard dat meer dan voorheen als een cockpit om de bestuurder heen krulde. Nog steeds een Volvo, maar dan wel klaar voor ‘de nieuwe tijd’.
Estate als versterking
In het begin werd de 850 GLT in de Belgische Volvo-fabriek in Gent in elkaar geschroefd, in een later stadium liepen er ook exemplaren van de band in het Zweedse Torslanda. Eerst hadden alle GLT’s de turboloze twintigklepper met 170 pk onder de kap, maar al snel breidde Volvo het aanbod uit.
Voor het modeljaar 1993 verscheen de GLE, voorzien van een minder sterker versie van de vijfcilinder met 140 pk en twee kleppen per cilinder. Een half jaar later versterkte ook de 850 Estate de gelederen, de stationcar die als eerste Volvo voorzien was van hoge verticale achterlichten die de hele D-stijl bedekten.
In 1994 verscheen vervolgens een krachtiger model onder de noemer T5, voorzien een turbo waarmee de vijfpitter 225 pk en 300 Nm produceerde. Alsof dat nog niet genoeg was, onthulde Volvo op de Autoshow van Genève later dat jaar de legendarische T-5R met 240 pk.
Banaanachtig
De eerste 2.500 exemplaren waren gespoten in de herkenbare, banaanachtige kleur Cream Yellow. Dat productieaantal was echter in no-time uitverkocht, waarna Volvo een serie van 2.500 zwarte en 2.500 donkergroene exemplaren bouwde. Een legende was geboren.
In 1996 verscheen bovendien de 250 pk sterke 850R én de 850 TDI met een vijfcilinder diesel in de neus. Dat jaar viel na 716.903 geproduceerde exemplaren ook het doek voor de meest revolutionaire Volvo in jaren, want in 1997 ging hij in sterk gemoderniseerde vorm door als S70 en V70.
Bron: Nu.nl
Bron: Volvo Ton van Kuyk BV